Elektrische veiligheid op bouwterreinen en bij evenementen

Wij ontvingen een vraag van een relatie:

Wij zijn een bedrijf wat zich bezighoudt met evenementen.
Volgens de NEN 3140 versie 2018 staat dat de grenswaarde RPE niet boven de 0.55 ohm (dus maximaal 50 meter, 2,5 mm2 volgens tabel) mag zijn… Nu hebben wij te maken met evenementen waarbij we verlengkabels van 75 meter en 100 meter aan één stuk nodig zijn. Als we ons vast moeten houden aan deze NEN 3140 dan is deze lengte per definitie afkeur, maar dan starten hier de eindeloze discussie “met 4 x 25 meter. Kabels ben ik er ook” of dan neem ik 4 mm2 of 6 mm2 bekabeling met een blauwe CEE stekker. De belasting is ook niet volledig. Meestal gaat het over een geluidstafel en wat randapparatuur in het midden van het terrein.

Onze uitleg:

We gaan eens kijken wat de huidige NEN 3140 zegt:

De onderste zin is van belang:
De maximale waarde van de weerstand R kan ook worden afgelezen in tabel 104. Er staat niet “moet”.

Tabel 104 is een handige tool, maar er staat ook dat de weerstand R maximaal 1 Ω mag zijn.

Je hebt een kabel van 50 m, 2,5 mm2.

Als je R vereenvoudigd uitrekent:
R = 0,2 + (0,0175 x 50) / 2,5  = 0,55 Ω
klopt dat overigens mooi met tabel 104:

RPE mag maximaal 1 Ω zijn, ook hieraan wordt voldaan.

De belasting van die kabels is voor de maximaal toegestane weerstand van de beschermingsleiding (PE) niet van belang. Door de PE-leiding zal immers nauwelijks een stroom lopen bij normaal gebruikt. Dat gebeurt wel bij een defect naar aarde. Dan moet de weerstand RPE laag zijn. Als RPE laag is dan kan er bij een defect een grote foutstroom lopen. En die heb je nodig om de beveiliging (smeltpatroon, installatieautomaat, aardlekbeveiliging, snel te laten afschakelen. Snel is maximaal 0,2 of 0,4 seconden.

Bij tijdelijke installaties op bouwterreinen en evenementen heb je ook met NEN 1010 te maken.

  • 704:      Tijdelijke installaties op bouw- en sloopterreinen;
  • 740:      Tijdelijke elektrische installaties voor constructies, toestellen en kramen op kermissen, in attractieparken en circussen.

Dan zijn er meerdere gekoppelde leidingen. Helaas wordt dat vaak vergeten. De meesten maken zich druk om één verlengkabel of kabelhaspel en die worden gekeurd en vaak in orde bevonden. Er gaat een stickertje op en er komt misschien zelfs een mooi certificaatje van. Dus dan moet het goed en veilig zijn.

Helaas is dat vaak niet zo. Bij evenementen kunnen leidingen worden gekoppeld of doorgelust:

Nu hebben we te maken met de som van de weerstanden. Achter de laatste zwerfkast of de laatste kabelhaspel moet het ook veilig zijn.

Om dat te bepalen meet ik zelf op het verste punt vanaf de voeding de circuitimpedantie: de lusweerstand tussen fase(n) (L) en aarde (PE):

Als de circuitimpedantie laag is zal de foutstroom groot zijn er kan er snel worden afgeschakeld bij een sluiting naar aarde (aardsluiting).

Ook bij kortsluiting tussen fase(n) (L) en nul (PE) moet er snel worden geschakeld. Daarom meet ik ook de netimpedantie:

Ook hier geldt dat bij een lage “lusweerstand” snel wordt geschakeld.

Zie deze steltabel voor de maximale impedanties:

Een heel goede tester om deze impedanties (weerstanden) te meten is de Instaltest XE van Nieaf-Smitt.

In onderstaande afbeelding wordt de circuitimpedantie L-PE gemeten. Deze lage impedantie van 0,57 Ω levert een grote (berekende) foutstroom van 406 A die de beveiliging bij een defect razendsnel zal laten aanspreken. Dat is veilig!! Er zal geen gevaarlijke aanraakspanning op de metalen delen kunnen ontstaan.

Ik meet zelf ook de netimpedantie L-N en bij driefasen ook L-L. Hier kijken we of de beveiliging bij kortsluiting tijdig zal afschakelen. Zo krijg je een goed beeld wat er gebeurt bij een defect.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s